Page 29 - havensbank2014_11

Basic HTML Version

Ynstjoerd
Hjir kinne jim lêze oer de Alvestêdentocht fan 1956,
dy’t ik riden ha mei myn ferloofde Grytsje Terpstra,
dochter fan Jan en Gees Terpstra út Wergea, op 14
febrewaris.
Februari 1956
Het is flink winter. In alle sloten en kanalen ligt een
dikke ijskorst. Er is een Elfstedentocht op komst.
Mijn verloofde belt me op vanuit Friesland. Alles ruikt
hier naar Elfstedentocht, zegt ze. Ze vraagt of ik mee
doe. Ja natuurlijk, ik moet meedoen. Akkoord, ik
neem een dag vakantie en kom direkt naar huis. 14
februari is de Elfstedentocht vastgesteld.
Greet (mijn verloofde) wil nog een paar noren kopen.
Ik raad het haar af, want ze heeft geen tijd om ze in
te rijden. Bovendien heeft ze nog nooit op noren
gereden. Maar we gaan op de schaats naar
Leeuwarden en komen uiteraard allebei op noren
terug. De vrouw wint.
De volgende dag gaan we naar Leeuwarden voor de
inschrijving. Een gezellige drukte heerst in hotel “De
Groene Weide”, het centrum van het Elfsteden-
comité. Uit alle delen van het land komen ze vandaan,
de elfsteden-enthousiasten. Iedereen moet nog een
slaapplaats voor de komende nacht hebben. Heel
Leeuwarden, ja bijna heel Friesland is die dag
bezeten. Enorm wat in sfeer. Die avond vroeg naar
bed. Wij slapen thuis. Onze ouders wonen 7 km van
Leeuwarden (Warga).
De volgende morgen 6 uur sta ik bij Greet voor de
deur. Beiden goed ingepakt, gezicht en handen dik in
het vet, stappen we op de fiets. Het is prachtig weer.
Weinig wind en heldere lucht. Om half 7 zijn we bij de
veemarkt. Daar laten we onze fietsen en klompen
achter. Gymschoenen aan, schaatsen om de nek, op
naar de start. Hier krijgen we ons eerste stempel
(7.20) waarna we per bus naar het van Harinxma-
kanaal worden gebracht. Veel toeschouwers, ook
bekenden. Ze roepen iets, van “zet hem op”, maar je
hoort het nauwelijks. Alles is hier spookachtig verlicht
met schijnwerpers en fakkels. Een enorme drukte.
Iedereen wil zo gauw mogelijk weg. We binden onze
schaatsen aan en daar gaan we
Al gauw ben je buiten de schijnwerpers en is het
hartstikke nacht. Ik heb een zaklantaarn bij de hand.
Een smal baantje is hier met slecht ijs, omdat het van
Harinxma-kanaal vaak is gebroken. Je komt mensen
tegen die al terug gaan. Schaats kapot of bebloed
gezicht of handen. Het is hier nog druk, zo kort na de
start. Ha, hier moeten we linksaf onder de spoorbrug
door richting Sneek. Hier hebben we meer de ruimte.
We zetten er een flinke streek in voor ons doen. Velen
gaan ons echter voorbij, maar laat ze maar gaan. We
moeten nog bijna 200 km en ik wil ons niet forceren.
In de verte verschijnen lichtjes. Zou dat Sneek zijn?
Het kan haast niet, wat ook al blijkt. Het is een klein
dorpje dat we passeren. Er staan mensen langs de
kant te roepen. Zelfs kleine kinderen zijn al op het ijs.
Dit beeld zul je de hele 200 km zien. Enthousiaste
mensen langs de kant. Blijkbaar wordt in Friesland
vandaag niet gewerkt. Ha, daar naderen we Sneek,
de eerste kontrole. Kaart te voorschijn. Aan de balie
zitten een man of 5 te stempelen. Het was toen 8.38
uur.
En zo volgen er meer. Ijlst 8.48, Sloten 9.31 uur en
dan de zuid-westhoek. Een smal baantje in de sneeuw
op de bekende of is het beruchte Luts. Hier staat al
water op het ijs. Voor ons zijn dan ook al een paar
duizend mensen over dit baantje gegaan. Aan
weerskanten hoge wallen. In Stavoren waren we om
11.26 uur. Dan langs het IJsselmeer naar Hindelopen.
Ook al is er weinig wind, nu begin je hem toch wel te
voelen. We nemen onze eerste rust en gaan wat
warms drinken en iets te eten. Het wordt een korte
stop, we moeten verder en zijn er nog lang niet.
Hindelopen wordt gepasseerd om 12.31 uur. Vlak
daarop Workum om 13.03 en dan een lange rit naar
Bolsward. De wind neemt toe, of ligt het aan ons?
Hier en daar ligt zand op het ijs en het begint te
sneeuwen. Veel scheuren in het ijs en menigeen zie je
dan ook in de sneeuw duiken. We hebben elkaar bij
de hand of leggen op, ik voor/ zij achter. Zo heb je
wat steun aan elkaar. “Zo kan ik het ook “, hoor ik
een knaap langs de kant roepen. Kennelijk bestemd
voor Greet die achter me rijdt en zich even laat
trekken. Ja, ze hebben goed roepen. Probeer het
maar!
Eindelijk Bolsward in zicht om 14.07. Het was een
moeilijk stukje, maar nog maar een voorproefje van
wat ons te wachten staat in het hoge noorden. Nu
gaat het op naar Harlingen. Op dit stuk komt de man
met de hamer ons voor het eerst achterop. Eerst krijg
ik een tik. Mijn benen worden steeds zwaarder, de
schaatsen zijn van lood en het waait hard. Dat denk ik
tenminste, maar ik moet doorscharrelen. Greet mag
niks merken ( doet ze toch wel ). Veel klontjes slikken
en studentenhaver en ongemerkt gaat het beter. Het
tempo gaat weer iets omhoog, maar achter me gaat
het minder goed. Nu heeft Greet blijkbaar een
inzinking. We nemen weer eventjes rust. Wat hete
limonade doet ons goed. Overigens, het is niet koud,
althans we hebben er geen last van.
We gaan weer verder en eindelijk komt Harlingen in
zicht om 15.20 uur. Hier is het druk. Heel veel
mensen op de baan. We gaan stug door. Het begint al
te schemeren als we Franeker naderen om 16.50 uur.
Het laatste bolwerk voor de grote sprong. Hier nemen
we een flinke pauze en dan het beruchte noorden in.
De kille vlakte, geen steden en geen dorpen, alles
over sloten en kanalen, nergens enige luwte. Hier zijn
er vele gesneuveld. Zullen wij het halen? We gaan vol
goede moed, bewust ( gelukkig ) van het donkere
koude noorden.
Mensen gaan ons voorbij, ook wij halen er nog wat in.
We proberen af en toe aan te sluiten bij een groepje.
Vaak moeten we weer lossen. Hier en daar staan wat
toeschouwers aan de kant. Ze moedigen je aan. Dat
heb je nodig. Soms wordt je hete chocolademelk
aangeboden. Dit zijn de echte Friezen. Velen hebben
dit zelf meegemaakt en weten wat je nodig hebt. Toch
zullen onze krachten het moeten doen.
13